• De krantenwinkel

    Tips bij het openen met een tweede krantenwinkel

    Tekst: Wouter Temmerman Foto's: iStock
    Dagbladhandelaars die te weinig groeimogelijkheden zien in hun winkel, zetten vaak de ondernemende stap naar een tweede zaak. Waarop moet je zoal letten als je voor een tweede krantenwinkel kiest?

    1. Kies de juiste juridische vorm

    Bij het openen van een tweede krantenwinkel komt een reeks van interessante juridisch-administratieve vraagstukken kijken. Een van de belangrijkste is de keuze van de juridische vorm. Bekijk om te beginnen of je de tweede vestiging onderbrengt in uw bestaande vennootschap. In dat geval dient u de nieuwe winkel als filiaal in te schrijven in de KBO. Ook winkeliers die werken vanuit een eenmanszaak kunnen een tweede vestiging openen door deze te laten inschrijven als bijkomende vestigingseenheid in de KBO. Overigens, als de activiteiten in de tweede vestiging enigszins zouden afwijken van de oorspronkelijke, dan zal u moeten nagaan of deze reeds in de statuten en de KBO terug te vinden zijn.

    Breng je de tweede vestiging onder in een nieuwe vennootschap, dan zal je die vennootschap eerst moeten oprichten (meestal gebeurt dit via de notaris). Dat kost uiteraard meer en vraagt ook meer administratie. Een tweede vennootschap heeft echter het voordeel dat de tweede vestigingseenheid een volledig losstaande juridische entiteit is. Schuldeisers van de eerste vennootschap kunnen zich dan niet richten tot de tweede vestiging en omgekeerd. Raadpleeg hiervoor ook uw boekhouder, om de financieel meest interessante oplossing te kiezen.

    2. Vraag de nodige vergunningen en toelatingen aan

    Voor uw eerste winkel beschikt u uiteraard al over de nodige vergunningen, maar u kan de vergunningen die op naam van de eerste vennootschap staan, niet zomaar gebruiken voor een bijkomende vestiging. Voor een nieuwe vestiging moeten in principe nieuwe vergunningen worden aangevraagd. Dat kan bijvoorbeeld gaan over de nodige toelatingen om voedingswaren te verkopen, maar ook over pers. Voor elk nieuw verkooppunt zal u na het voorleggen van de nodige documenten en financiële verplichtingen goedkeuring moeten krijgen van de uitgevers voor de verdeling van pers. Eens die er is, kan u met AMP een AVLP-contract sluiten voor het ontvangen van pers in de bijkomende winkel.

    3. Verzeker de nieuwe vestiging

    Hetzelfde principe geldt voor het verzekeren van een tweede winkel. Als je de tweede vestiging als een nieuwe vennootschap opricht, zal die haar eigen verzekeringen moeten afsluiten. Denk onder andere aan de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering, de brandverzekering of de arbeidsongevallenverzekering als je voor je nieuwe zaak personeel aanwerft.

    Als je de tweede vestiging onder jouw bestaande eenmanszaak of vennootschap onderbrengt als een filiaal, dan zullen jouw bestaande verzekeringscontracten herwerkt moeten worden om de nieuwe vestiging erin onder te brengen.

    4. Maak een businessplan

    Wie een tweede zaak begint, gaat heel vaak ook met nieuwe zakelijke puzzelstukken aan de slag. Een andere locatie, een nieuw publiek, andere concurrentie in de buurt, een specifiek productaanbod, enzovoort. Het is raadzaam om voor de tweede winkel een apart business plan te maken. Ga er niet zomaar vanuit dat succes in de eerste winkel ook automatisch succes in de tweede dagbladhandel oplevert. Het kan goed zijn om een werkend concept over te nemen, maar toch zal het nodig zijn om steeds te onderbouwen waarom het op een tweede locatie ook zal werken.

    5. Heronderhandel met leveranciers

    Een niet onbelangrijk element in dat business plan zijn de schaalvoordelen die je via een bijkomende zaak kan creëren. Wie de stap zet naar een tweede, derde, vierde, … dagbladhandel vergroot zijn aankoopkracht en het kan lonen om het schaalvoordeel uit te spelen naar uw leveranciers toe. Uiteraard zal u lopende contracten hebben met bepaalde leveranciers. Als u van plan bent om deze leveranciers ook te laten leveren aan de nieuwe vestiging, dan kan u met hen een aanpassing van de bestaande contractvoorwaarden onderhandelen.

    6. Neem medewerkers in dienst

    Een tweede zaak betekent in veel gevallen dat u helpende handen zal nodig hebben in minstens één van de twee winkels. U kan zich laten bijstaan door zelfstandige helpers zoals familieleden, een meewerkende echtgeno(o)t(e) of loontrekkenden.

    Een zelfstandig helper staat een zelfstandige bij in het uitoefenen van de activiteit en kan eventueel de ondernemer ook vervangen. De helper is niet gebonden door een arbeidsovereenkomst en is in principe een bloed- of aanverwant. Let wel, een zelfstandig helper kan enkel een natuurlijk persoon bijstaan. Deze oplossing kan u dus niet in een vennootschap toepassen. Meestal moet u de zelfstandig helper aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, al bestaan ook op die regel weer enkele uitzonderingen. Neem daarvoor zeker contact op met uw sociaal verzekeringsfonds.

    Wie geen zelfstandig helper heeft, kan overgaan tot het aanwerven van werknemers. Deze stap brengt de nodige verplichtingen met zich mee. Uw werknemer tekent een arbeidsovereenkomst waarin de afspraken staan waaraan werkgever en werknemer zich moeten houden. Bij de aanwerving klopt u aan bij uw sociaal verzekeringsfonds. Het zal door de administratieve verplichtingen en de loonadministratie helpen, u meer vertellen over de bedrijfsvoorheffing en de socialezekerheidsbijdragen, maar het kan u ook wijzen op mogelijke tegemoetkomingen. Denk maar aan de korting op de sociale bijdragen voor een eerste werknemer.

    Tot slot kan het ook de moeite waard zijn om alternatieve tewerkstellingsvormen zoals flexi-jobs te overwegen. Een flexi-job laat werknemers en gepensioneerden toe om fiscaal voordelig bij te verdienen. De flexi-jobber ontvangt een flexi-loon en als werkgever betaal je op dat bedrag geen  bedrijfsvoorheffing of sociale zekerheidsbijdragen. De werknemer betaalt wel een eenmalige bevrijdende bijdrage, die slechts 25% van de gewone sociale bijdrage bedraagt. Aanvankelijk was dit systeem bestemd voor de horeca, maar sinds 2018 kan het ook in de detailhandel. Dagbladhandelaars kunnen een beroep doen op flexi-jobbers op voorwaarde dat ze als werkgever onder het paritair comité 201 (voor bedienden) vallen. Wie een flexi-jobber aanwerft, moet er wel op letten dat deze persoon ofwel gepensioneerd is ofwel drie kwartalen geleden minstens 4/5de heeft gewerkt bij een andere werkgever. Elk kwartaal opnieuw zal de flexi-jobber op die voorwaarde worden gecontroleerd. Ook hier is het aan te raden om de flexi-jobvoorwaarden goed af te toetsten bij uw sociaal verzekeringsfonds.

    Tot slot, een student kan je niet als flexi-jobber maar wel als jobstudent inzetten. De student moet minstens 16 jaar oud zijn en kan maximum 475 uur per jaar werken. Die uren zijn vrij te kiezen doorheen het kalenderjaar, maar buiten de uren dat de student verplicht naar school moet. Ook kan je een jobstudent voor maximum 12 maanden ononderbroken inschakelen. Daarna mag u hem geen studentovereenkomst meer geven.

    7. Geniet van de steunmaatregelen

    De korting op de sociale bijdragen is niet het enige duwtje in de rug bij het openen van een tweede zaak. Naast de sociale steunmaatregelen, kan u ook onderzoeken of er fiscale tegemoetkomingen mogelijk zijn (denk aan een investeringsaftrek). Ook qua startleningen zijn mogelijkheden voorhanden. De subsidiedatabank van Agentschap Innoveren en Ondernemen biedt een mooi overzicht.

    8. Werk de communicatie goed uit

    Bij het openen van een tweede zaak hoort de nodige communicatie. Die vertrekt in het ideale scenario vanuit de analyse in uw business plan. U gaat na wie uw klanten zullen zijn en of u een andere communicatiestrategie moet hebben voor deze klanten dan voor die uit uw eerste zaak. Elke situatie, omstandigheid, demografische verdeling en locatie is namelijk anders. Daarna dringen zich enkele fundamentele communicatiekeuzes op: imiteert u uw eerste winkel, behoudt u dezelfde naam als uw eerste zaak of kiest u bijvoorbeeld voor de naam van de winkel die u heeft overgenomen? Hoe zien het logo, de inrichting of de etalage eruit? En hoe kondigt u de opening aan? Uiteraard kan uw eerste zaak voor wat ruchtbaarheid zorgen en biedt bijvoorbeeld de etalage van de tweede winkel wat kansen, maar vergeet ook de sociale media niet of doe aan flyering in de winkels in uw nieuwe buurt. Ook al is het uw tweede winkel, op het moment van de opening wordt u opnieuw een ‘starter’ en is het belangrijk om dit moment met beide handen te grijpen.

    Artikel gerealiseerd met dank aan Unizo en Liantis.

    Plaats een reactie
    0 reacties

    Plaats een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Disclaimer Reacties

    Als sectororganisatie vinden wij het belangrijk om te luisteren naar de meningen van onze lezers. Daarom is het mogelijk om op de artikels op onze website te reageren. VFP verzoekt haar lezers dit op een volwassen en beleefde manier te doen. Beledigingen, persoonlijke aanvallen, het spammen van de commentaren, illegale informatie (bv. inbreuken op het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen) en commerciële informatie zijn niet toegestaan. VFP en de redactie van Radar eigenen zich daarom het recht toe om dergelijke reacties te verwijderen wanneer zij dit nodig achten.

    Verder gaan wij uit van de goede intenties van de Radar-lezer. Commentaren worden niet voor publicatie goedgekeurd. Radar wijst alle verantwoordelijkheid af voor wat in de commentaren verschijnt en hoeft qua visie, waarden en mening niet noodzakelijk akkoord te gaan met wat in deze commentaren verschijnt.

    Deel dit artikel