Vanaf volgend jaar zal het mogelijk zijn om in een krantenwinkel basisbankdiensten aan te bieden. Die opvallende evolutie is te danken aan BNP Paribas Fortis, dat voor de zomer aankondigde dat het via zijn dochter Nickel een netwerk met dagbladhandels wil uitbouwen.
Nickel wil de dagbladhandels voor alle duidelijkheid niet omvormen tot bankkantoren. In de winkels die als mini-bank optreden, komen terminals en klanten kunnen er geld afhalen of storten. Nickel liet weten dat winkeliers niets hoeven te betalen voor het materiaal en ook gemakkelijk opnieuw uit het netwerk kunnen stappen. Net als in Frankrijk, waar Nickel present is in de bar-tabac, mikt het fintechbedrijf op een publiek dat zonder veel rompslomp een zichtrekening wenst te openen. Een klant betaalt 20 euro per jaar en krijgt in ruil een zichtrekening met een Belgische IBAN-code en een betaalkaart. Leningen of beleggingen bijvoorbeeld zitten niet in de scope. Voor dagbladhandels die als mini-bank willen optreden, helpt Nickel met het opstellen van een CV. Daarmee kan de persverkoper de goedkeuring van de Nationale Bank krijgen om op te treden als verlener van betalingsdiensten.
Nickel maakte bij de aankondiging van de Belgische plannen, incluis partnerships met Prodipresse en Perstablo, geen geheim van zijn remuneratiepolitiek. Een klant die cash komt storten, betaalt bijvoorbeeld 2% op het gestorte bedrag en daarvan is 0,75% voor de winkelier. Aan een cash afhaling verdien je als winkelier 0,25 euro (op een kost van 0,5 euro). Op het jaarlijkse bedrag van 20 euro om een rekening te houden, is de verdienste kleiner (maximum 4 euro). Qua remuneratie oogt bij een eerste inschatting dus vooral het storten en afhalen van cash interessant.
Uiteraard zal veel afhangen van het succes van Nickel bij de eindgebruiker. “We hebben vertrouwen in onze kansen op de Belgische markt. We mikken na vijf jaar op een 1.800 dagbladhandels en 300.000 klanten”, liet CEO Emmanuel Legras bij de presentatie weten. Op drie maanden van de start, leert navraag dat de plannen ongewijzigd blijven. “Het lanceerschema voor Nickel is niet gewijzigd en staat nog steeds gepland voor het eerste kwartaal van 2022”, aldus Legras. “Wij gaan door met de implementatie volgens schema. Dankzij onze partnerschappen met Prodipresse en Perstablo hebben reeds meer dan 150 krantenwinkels belangstelling getoond voor de distributie van Nickel. Eind september starten we de prospectie van de dagbladhandels.”
Op het totale aantal persverkopers blijft 150 geïnteresseerden uiteraard een kleine fractie en dat bleek ook uit de rondvraag die Radar hield en waarvan we elders in dit magazine een selectie weergeven. Slechts een minderheid van de winkels toonde zich geïnteresseerd. Uit de rondvraag werd dus vooral duidelijk wat de groep die geen interesse toont momenteel weerhoudt. Dat gaat van praktische zaken over tijd- of plaatsgebrek, over financiële twijfels rond de verloning ervan tot bezorgdheid over de eigen veiligheid bij het aanbieden van bankdiensten.
Vanuit die vragen is het interessant om te zien hoe andere grootbanken vergelijkbare projecten in het buitenland hebben aangepakt. In Nederland zet ING in op het ontwikkelen van zogenaamde ‘service points’. ING beschikt over 250 servicepunten, verspreid over het hele land. Een ING Servicepunt is gevestigd in bijvoorbeeld een boekhandel of een gemakswinkel, zoals Bruna of Primera, of zelfs in een bibliotheek. “Daar waar wij op basis van bezoekersaantallen een traditioneel kantoor niet langer open kunnen houden, en daar waar op redelijke reisafstand geen ander ING kantoor in de buurt is, verplaatsen we onze dienstverlening van een kantoor naar een ING servicepunt”, zegt Karin van der Pol, Senior Press Officer bij ING Nederland. In de servicepunten kunnen klanten terecht voor hun dagelijkse bankzaken. Ze krijgen er ook hulp om digitaal te leren bankieren.
Bij ING in Nederland gaat het duidelijk om een verschuiving van traditionele bankkantoren naar dienstenpunten in detailwinkels. Nickel is veeleer een nieuw netwerk met een andere positionering dan die van moeder BNP Paribas Fortis. Het idee van basisbankdiensten in een kleine winkel is echter wel vergelijkbaar en dus zijn ook de uitdagingen dat. Van de twijfels inzake veiligheid toont ING zich zeer bewust en het maakte daarom ook expliciete keuzes bij het uittekenen van de basisdiensten. “Bij het ING servicepunt in Nederland kan geen geld opgenomen of gestort worden”, stelt Karin van der Pol, zeer duidelijk. “Al het contante geldverkeer verloopt via het netwerk van Geldmaat. Dit betekent dat het ING servicepunt geen kas-balie functie heeft.”
De praktische beslommering van een servicepunt werkt ING dan weer weg door haar punten te bemannen. De medewerker treedt in dienst van de winkelier en krijgt een opleiding van ING om klanten kwalitatief te helpen bij dagelijkse bankzaken en digitaal bankieren. “Wij merken dat klanten, die er thuis niet helemaal uitkomen met het regelen van hun dagelijkse bankzaken, het prettig vinden om persoonlijke ondersteuning te krijgen. Dat is de reden dat wij ervoor kiezen om een persoonlijk aanspreekpunt te hebben bij het servicepunt. Overigens is het mogelijk om ook zonder ondersteuning op een servicepunt de bankzaken te regelen via internetbankieren”, aldus van der Pol.
Daarmee lijkt het belangrijkste verschil tussen de ING servicepunten in Nederland en Nickel bij ons duidelijk. ING neemt het veiligheidsrisico weg door afhalingen en stortingen te weren en neemt het werk uit handen van de gemakswinkel, die echter wel een aanwerving moet doen. “Wij meten het succes van de servicepunten af aan de klanttevredenheid en de ondernemerstevredenheid”, besluit van der Pol. “We meten die bij de klanten die het punt bezoeken en sturen ook driemaal per jaar mystery shoppers langs. Ons grote ondernemerstevredenheidsonderzoek hebben we zojuist afgerond. 51% van onze ondernemers hebben daaraan deelgenomen. De hoge tevredenheid van klanten en ondernemers laten ons zien dat ons concept succesvol is.”