Nadat eerder Nederland een fiks schot voor de boeg gaf in het beperken van de verkoop van rookwaren, heeft ook Nieuw-Zeeland een idee klaarliggen dat het zogenaamde ‘endgame’ voor roken concrete vorm geeft. De Nieuw-Zeelandse minister van Volksgezondheid Ayesha Verrall pleit voor een ‘generatieverbod’. Als het plan werkelijkheid wordt, verbiedt het land de verkoop van rookwaren aan iedereen die geboren is na 2004. Dat zijn de jongeren die volgend jaar 18 worden (en met hen iedereen die jonger is).
Het voorstel van de Nieuw-Zeelandse regering kadert in het ruimere plan om het land tegen 2025 volledig rookvrij te maken. Om dat plan verder uit te werken, volgt een consultatieronde waaruit de regering onder andere wil leren hoe ver ze kan gaan bij het optrekken van de leeftijdsgrens voor tabak. Dat net Nieuw-Zeeland met dit plan komt, is geen onbelangrijk gegeven. Samen met Australië geldt het land al langer als een soort labo voor nieuwe maatregelen om het roken te beperken. Het rookverbod in de horeca zag in Oceanië het licht en ook de neutrale verpakkingen hebben er hun roots. Australië denkt overigens evenzeer na over een opschuivende leeftijdsgrens. In De Standaard bevestigde Suzanne Gabriëls, tabaksexperte bij de Stichting tegen Kanker, de mogelijke impact als het idee wet wordt. “Als Nieuw-Zeeland het verbod invoert, wordt dat een zeer interessant experiment”, aldus Gabriëls. “Andere landen zullen als dominostenen volgen, als het effect blijkt te hebben.”
In hetzelfde artikel maakt Suzanne Gabriëls echter ook de brug naar België en naar de situatie van de krantenwinkels. In lijn met wat de Stichting tegen Kanker eerder poneerde, pleit zij in ons land vooral voor het beperken van de toegang tot tabak. Lees: minder verkooppunten. “Ik denk vooral aan een beperking van het aantal verkooppunten. Nu zijn sigaretten overal verkrijgbaar en lijkt het een normaal product, ook voor jongeren”, zegt ze. Volgens de Stichting Tegen Kanker bewijs je krantenwinkels echter geen dienst door de verkoop exclusief naar dit kanaal te verschuiven.
Eerder gaf de organisatie al aan dat ze exclusieve verkoop in krantenwinkels een vergiftigd geschenk vindt: eerst maak je krantenwinkels meer afhankelijk van de rookwarenverkoop, met vervolgens grotere problemen tot gevolg als het product later effectief verboden wordt. Als alternatief duikt dan het reconversiefonds op. “Een beperking betekent niet dat we geen oog moeten hebben voor de economische gevolgen van een inperking van de verkoop”, geeft Gabriëls aan. “We moeten ook denken aan de bedrijven die in de problemen raken als er minder sigaretten gekocht worden, zoals de krantenwinkels. We moeten ze helpen, bijvoorbeeld met een reconversiefonds, zodat ze kunnen omschakelen."
Op die manier hint de Stichting tegen Kanker opnieuw op een uitdoofscenario voor roken in ons land. Eerder adviseerde het de overheid al om studiewerk in samenwerking met economische denktanks op te starten en om compenserende maatregelen te overwegen voor winkels die stoppen met de verkoop van producten op basis van tabak. De krantenwinkels krijgen nog steeds een centrale plaats in dat pleidooi, maar het blijft afwachten hoe de beleidsmakers de komende jaren met die suggestie aan de slag zullen gaan.