• Rookwaren

    Een ‘endgame’ voor rookwaren: fictie of realiteit?

    Tekst: Wouter Temmerman Foto's: iStock
    Nederland heeft een concreet plan op tafel gelegd om de verkoop van rookwaren, gespreid over tien jaar, te beperken tot de tabaksspeciaalzaken. Voor alle andere winkels is dat hard maar duidelijk. Koestert ook België dergelijke plannen?

    Terwijl in België de voorbije jaren louter ballonnetjes werden opgelaten over het beperken van de sigarettenverkoop, maakte Nederland dat voornemen eind november zeer concreet. In een eerste stap mogen Nederlandse supermarkten vanaf 2024 geen tabaksproducten meer verkopen. Bedenker van de nieuwe regeling is de Nederlandse staatssecretaris voor Volksgezondheid Paul Blokhuis. Voor het verbod in de fysieke winkels in 2024 van start gaat, bannen onze noorderburen een jaar eerder ook al de online verkoop. Niet onbelangrijk: het verbod neemt meteen ook de e-sigaretten mee. Het Nederlandse plan kijkt echter ook al een stap verder en wil vanaf 2030 de verkoop beperken tot de tabaksspeciaalzaken. Tot dan kunnen rokers nog terecht bij krantenwinkels en tankstations.

    Uitdoofscenario in de krantenwinkel

    Een duidelijk uitdoofscenario dus, waarbij de Nederlandse krantenwinkels (vaak omschreven als 'gemakswinkels') weten dat ze nog exact tien jaar rookwaren kunnen verkopen. Of omgekeerd gesteld: ze krijgen tien jaar de kans om hun activiteit om te bouwen en de verkoop van rookwaren geleidelijk af te bouwen. In België is de situatie op dat vlak veel minder duidelijk. De overheid neemt al jaren maatregelen die het roken ontmoedigen, met de accijnsverhogingen als meest zichtbare exponent. Onder andere zelfstandigenorganisatie Unizo sprak al meermaals het argument uit dat de overheid daarmee een gespleten situatie creëert: enerzijds wordt roken ontraden, maar blijft het toegestaan, anderzijds krijgen de verkopers het almaar lastiger om rookwaren rendabel te verkopen.

    Unizo sprak al meermaals het argument uit dat de overheid een gespleten situatie creëert: enerzijds wordt roken ontraden, maar blijft het toegestaan, anderzijds krijgen de verkopers het almaar lastiger om rookwaren rendabel te verkopen.

    Een trage aanloop

    Enkele jaren geleden opperde de overheid (via toenmalig minister van Volksgezondheid Onckelinx) voor het eerst het idee om de verkoop van rookwaren te beperken tot de krantenwinkels. In 2019 schoof de FOD Economie het idee opnieuw naar voor. Samen met de KULeuven en de UCLouvain maakte de FOD toen een analyse van de economische en financiële situatie van de onafhankelijke dagbladhandels. “De toekomst van de sector van de onafhankelijke dagbladhandels moet zowel bestaan uit een logica van overgang naar andere activiteiten als uit een versterking van bestaande activiteiten met bepaalde mogelijkheden”, schreef de FOD toen. De onderzoekers schetsten een reeks van ingrepen die moeten toelaten om de onafhankelijke dagbladhandel te herwaarderen. Exclusiviteit voor de verkoop van rookwaren werd daarin expliciet aangehaald.

    Stichting tegen Kanker bindt de kat de bel aan

    Veel animo ontstond er echter niet. Dat is niet geheel verwonderlijk gezien het belang van deze productcategorie voor de supermarkten. Bij de aankondiging van de nieuwe accijnsverhoging door de regering De Croo leek de ballon zelfs de andere kant uit te waaien. De Stichting Tegen Kanker pleitte in haar commentaar voor een algemene inkrimping van de rookwarenverkoop en een verbod in meerdere winkeltypes, waaronder de krantenwinkels mits reconversiemaatregelen. Gevraagd naar een verdere reactie daarop liet Suzanne Gabriëls, expert tabakspreventie bij de Stichting Tegen Kanker, ons weten dat ze in Het Belang van Limburg deels verkeerd geciteerd was. “Die uitspraak kwam er in een gesprek over een ‘endgame’ voor roken”, zegt ze. “We willen dat op termijn ook de krantenwinkels geen sigaretten meer verkopen, maar dat daartoe hulp moet geboden worden aan de sector.”

    De verkoop van tabak beperken tot krantenwinkels biedt de dagbladhandelaars ademruimte, maar zo maak je ze net meer afhankelijk van de verkoop van tabaksproducten terwijl wij ze liever zien reconverteren naar een andere business dan het verkopen van een dodelijk product.

    Suzanne Gabriëls (Stichting Tegen Kanker)

    Reconversie en 'fade out'

    Gabriëls verwijst naar vijf concrete adviezen die de Stichting bij de Commissie Gezondheid van het federale parlement neerlegde. Het vijfde (en minst prioritaire dus) gaat over de inperking van het aantal verkooppunten en verdient wat meer aandacht. Stichting tegen Kanker toont zich daarin voorstander van een onmiddellijk verbod op de verkoop van tabaksproducten in supermarkten en benzinestations en pleit ook daar al voor compensatiemaatregelen. Met die maatregel gaat de Stichting Tegen Kanker dus wel voor een systeem dat in eerste instantie meer rokers naar de krantenwinkels moet brengen. “De verkoop van tabak beperken tot krantenwinkels biedt de dagbladhandelaars ademruimte door meer omzet via tabak”, staat er. Al volgt de nuance snel: “Zo maak je deze winkels echter net meer afhankelijk van de verkoop van tabaksproducten terwijl wij ze liever zien reconverteren naar een andere business dan het verkopen van een dodelijk product. Er moet samen met deze sector een reconversieplan worden uitgewerkt (eventueel met financiële incentives vanuit hogere tabakstaksen) waarin ook een einddatum voor het verkopen van producten op basis van tabak wordt opgenomen (een fade-out).”

    Het oordeel van de duidelijkheid

    Het woord ‘endgame’ valt in deze niet (maar wordt ‘fade-out’), maar ook de Stichting Tegen Kanker hint dus duidelijk op een uitdoofscenario. Over hoe dat er concreet moet uitzien, volgden nog geen details. Stichting Tegen Kanker adviseert om hierover studiewerk in samenwerking met economische denktanks op te starten en om compenserende maatregelen te overwegen voor winkels die stoppen met de verkoop van producten op basis van tabak. Hoewel op het niveau van de regering nog met geen woord over een endgame werd gerept, is de kans klein dat toekomstige initiatieven nog een omgekeerde richting zouden uitgaan. Krantenwinkels moeten vooral hopen dat deze evolutie doordacht gebeurt en tegelijk voldoende duidelijkheid verschaft. Ondanks het bedreigende nieuws voor hun omzet hebben de Nederlandse winkels alvast dat voordeel. Ze weten waar ze aan toe zijn.

    Deel dit artikel