De voorbije weken kwam er na lang stilzwijgen eindelijk klaarheid over de toekomst van de persconcessie. Die concessie werd de voorbije jaren ingevuld door bpost, dat ervoor zorgt dat de kranten- en magazineabonnementen tijdig in de brievenbussen vallen. Eerder was al duidelijk dat de hernieuwing van de persconcessie in hoge tijdsnood verkeerde. Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne had aan Radar wel al laten verstaan de concessie te willen behouden. In de februari-editie van Radar leest u hoe hij zijn steun uitsprak voor de bpost-subsidie. De uitspraak van Dermagne kwam er na een open brief van VFP over de nakende hernieuwing.
Behalve die uitspraak was het echter lange tijd niet duidelijk welke stappen de regering al had ondernomen. Dat werkte onder andere oppositiepartij N-VA op de zenuwen. De partij diende een wetsvoorstel in om te pleiten voor de afschaffing van de persconcessie en hekelde in de Commissie voor Economie het gebrek aan openheid van de regering. “Via een artikel in de pers hebben we geleerd dat de dienstconcessie voor de bezorging van erkende kranten en tijdschriften reeds lopende is”, zei Michael Freilich (N-VA) aan minister van Economie Dermagne. “Ik moet bekennen dat het heel spijtig is dat wij dat niet via u of via de regering hebben mogen vernemen. Ik heb gisteren de woorden 'als een dief in de nacht' gebruikt, ik herhaal dat vandaag. Wat blijkt immers? In de agenda van de ministerraad van 25 maart 2021 stond het bewuste punt als voorlaatste item op de lijst. De volgende dag, toen de persmededeling werd gepubliceerd met alle punten die op de ministerraad zijn besproken en/of goedgekeurd, was dat punt echter verdwenen. Het stond er niet bij.” Minister Dermagne ging aanvankelijk niet in op de vraag, maar repliceerde na enig aandringen koeltjes dat “er geen geheimhouding is. Het is een transparante procedure, in overeenstemming met het Europees recht en de Europese wetgeving. Dat is duidelijk.”
Interessanter was echter het debat dat zich ontspon naar aanleiding van het bewuste wetsvoorstel dat komaf wil maken met de subsidies. Minister Dermagne benadrukte bijvoorbeeld dat de concessie een ‘last resort’ is. “Met andere woorden komt de concessiehouder pas tussen indien de uitgever geen andere opties vindt.” Tijdens een seminarie dat de uitgeversfederatie WeMedia in dezelfde week organiseerde, kwam dat punt nogmaals ter sprake: de uitgevers moeten in principe geen beroep doen op bpost en ze doen dat nu in bepaalde steden ook niet. In de praktijk vult PPP (ex-BD) een deel van de dienstverlening in en liet het overigens weten kandidaat te zijn voor de nieuwe persconcessie. Dat geeft meteen aan waarom minister Dermagne de ‘last resort’ op tafel legde. De vorige concessie kwam er nadat enkel bpost een offerte indiende. Om de kritiek te vermijden dat de regering het overheidsbedrijf bpost een procedure op maat uitwerkt, wijst Dermagne op de last resort en mikt hij op meer concurrentie deze keer. “Bij de huidige concessie hadden drie organisaties zich oorspronkelijk kandidaat gesteld, maar enkel bpost heeft uiteindelijk een offerte ingediend”, herinnert hij zich goed. “Bij de organisatie van de volgende procedure zal erop toegezien worden om de concurrentie zo veel mogelijk te laten spelen.”
Wat dan precies voor meer concurrentie zou moeten zorgen en wat er concreet in de nieuwe selectiedocumenten staat, kwamen we echter niet te weten tijdens het debat. Wel bevestigde minister Dermagne de start ervan, maar zonder details. “De selectieprocedure voor de volgende concessiehouder werd ondertussen opgestart”, aldus de minister. “Zolang de procedure lopende is en zolang er geen officiële publicatie heeft plaatsgevonden, kan ik echter geen details meedelen over de concrete inhoud van de opdracht. De opdracht zal bestaan uit twee percelen, een voor kranten en een voor tijdschriften, uit te voeren op het hele Belgische grondgebied en dit voor een periode van vijf jaar.” Gezien de geslotenheid van de minister dook Radar zelf in de selectiedocumenten. Daaruit blijkt dat de overheid strikte selectiecriteria heeft gedefinieerd, zoals een minimumomzet van 50 miljoen euro in de laatste drie boekjaren. Of die criteria een toeloop aan concurrenten voor bpost zal uitlokken, is met andere woorden op zijn minst zeer twijfelachtig.
Nog opvallend is dat de minister van Economie in zijn antwoord ook inging op de moeilijkheden die de persconcessie met zich meebrengt voor de dagbladhandelaars. Hij relativeerde daarbij de impact. “De situatie van de dagbladhandelaars is complex”, liet Dermagne optekenen. “Vaak wordt er al snel verwezen naar de concessie als voornaamste pijnpunt voor hun situatie, terwijl andere factoren niet mee in rekening worden gebracht. De Commissie Onafhankelijke Dagbladhandel, gefaciliteerd door de FOD Economie, biedt een platform waar onder meer dagbladhandelaars, persverdelers en uitgevers elkaar kunnen ontmoeten (de minister ziet hiermee over het hoofd dat de Commissie Onafhankelijke Dagbladhandel heeft opgehouden te bestaan, nvdr). Een studie van de KUL en de UCL mondt uit in een aantal scenario's, waaronder een begeleidingsscenario. Dit zou de dagbladhandel op langere termijn de tijd moeten geven om een nieuw commercieel evenwicht te vinden tussen de verkoop van pers, kansspelen, tabaksproducten enzovoort, en andere activiteiten te definiëren, zoals bijvoorbeeld die van buurtwinkel.”
De denkpiste van VFP om ook de losse verkoop als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) te beschouwen, liet de minister echter links liggen. Eerder raakte ook N-VA de optie niet aan in haar wetsvoorstel. Wel kwamen de leden van de Commissie Economie overeen om een schriftelijke bevraging op te zetten. Een reeks van experts moet advies geven over de wenselijkheid van subsidies voor de krantenbezorging en ook VFP kreeg een uitnodiging in de bus om dit te doen. De federatie zal haar visie op de subsidies overmaken en daarin haar standpunt over de verruiming van de DAEB benadrukken. Verderop in dit magazine publiceren we alvast de letterlijke weergave van het standpunt dat VFP zal overmaken.