In onze vorige editie van Radar berichtten we over de aangepaste bescherming tegen machtsmisbruik door sterke handelspartners. De inkt van de nieuwe wet was nauwelijks opgedroogd toen de krantenwinkels zich begin dit jaar geconfronteerd zagen met de impact van een eerdere eenzijdige beslissing door een sterkere handelspartner. Mediahuis schakelde in 2018 over op een vaste marge en bij elke nieuwe prijsstijging zakt daardoor de procentuele opbrengst voor de winkelier. Zo ook op 1 januari van dit jaar, toen een nieuwe verhoging (met 0,20 euro) de winstmarge op de Mediahuis-titels afroomde tot 18,52% (tijdens de week). Vergeleken met de historische marge van 25% scheelt dat winkeliers al gauw een maandloon op jaarbasis.
Ondertussen besliste Mediahuis op 23 februari, na onderhandelingen met Perstablo, om de marge voor weekkranten opnieuw met 10% op te trekken. De nieuwe marge voor de vier koppen van Mediahuis bedraagt 0,55 euro i.p.v. 0,50 euro. U leest er meer over in ons detailartikel op Persradar.
Het zijn cijfers die het interessant maken om deze case te toetsen aan de nieuwe wetgeving. Zien we hier een flagrant geval van machtsmisbruik? VFP bestempelde de invoering van het vaste vergoedingssysteem in 2018 al als een eenzijdige contractuele wijziging die niet zomaar kon en stuurde Mediahuis een ingebrekestelling. De raadsheren van VFP waren toen al van oordeel dat dergelijke wijzigingen blijk gaven van een misbruik van machtspositie. Het is namelijk zo dat Mediahuis samen met DPG Media de volledige markt van Nederlandstalige dagbladen in handen heeft. Als dominante spelers hebben zij dan ook een bepaalde ‘verantwoordelijkheid’ en kunnen zij niet doen wat een ‘normale’ onderneming wel kan doen. In dit geval is het vanuit die verantwoordelijkheid bedenkelijk om eenzijdig verkoopsvoorwaarden aan te passen.
Intussen kreeg de zogenaamde B2B-wetgeving een update waarbij de wetgever de bestaande bescherming heeft opengetrokken. De nieuwe regels viseren nu immers ook de ondernemingen die in absolute termen geen machtspositie hebben op de (gehele) markt, maar wel in ‘relatieve termen’. Dat betekent dat de wet ook geldt voor bijvoorbeeld een handelspartner die een machtspositie heeft vanuit een concrete onderliggende relatie (zie ook kaderstuk onderaan dit artikel). VFP bestempelde destijds de stap van Mediahuis naar een vaste marge reeds als ‘misbruik van machtspositie’, intussen heeft de wetgever dergelijke ingrepen meegenomen en omschreven als een ‘misbruik van economische afhankelijkheid’.
Mocht Mediahuis de stap naar een vaste marge vandaag eenzijdig zetten, dan zou het op basis van de aangepaste regels de wet overtreden. Helaas kan je met nieuwe wetten niet terug in de tijd en kan op basis van de nieuwe wetgeving de beslissing uit 2018 niet meer ter discussie worden gesteld. De wet kan niet retroactief worden toegepast en geldt enkel voor nieuwe vergelijkbare inbreuken. Daartegenover staat dat de laatste prijsverhoging met 0,20 euro wel inging na de invoering van de wet. Je zou dus kunnen argumenteren dat deze prijsverhoging (en elke volgende) als een misbruik van economische afhankelijkheid kan worden gekwalificeerd omdat zij niet gepaard gaat met een verhoging van de marge voor de persverkopers. In afwachting van uitspraken op basis van dit verbod is het echter nog onduidelijk of zo’n argument ook voor de rechtbank stand zou houden.
Naar aanleiding van de nieuwe prijsverhoging kaartte VFP de problematiek aan bij Vlaams minister van Media Benjamin Dalle. De open brief aan de minister kan u hier raadplegen.
Wanneer is er sprake van misbruik van economische afhankelijkheid?
Om een handeling van een handelspartner te bestempelen als misbruik van economische afhankelijkheid moet aan drie criteria zijn voldaan:
De wet en de bijhorende toelichting reiken bijkomende criteria en voorbeelden aan om deze drie voorwaarden verder in te vullen. Toch blijven het eerder abstracte begrippen, al toont het verhaal van Mediahuis en de vaste marge dat persverkopers helaas nog steeds zeer vatbaar zijn voor de concrete gevolgen van economisch misbruik. Veel zal ook afhangen van hoe rechters deze nieuwe wet voortaan zullen invullen. Radar houdt alvast de rechterlijke uitspraken op basis van dit verbod in de gaten om in te schatten hoe ruim de regels zullen worden geïnterpreteerd.